-
Productinformatie
Plaswekkertraining op korte termijn.
Huurwekker op uitleenbasis zonder broekjes (broekjes afzonderlijk te bestellen via rubriek accessoires).
Broekjes voor jongens en meisjes worden afzonderlijk aangekocht en blijven eigendom van de klant, diverse maten beschikbaar.
Met een draadloos urinealarm kan je iets oudere kinderen (vanaf vijf/zes jaar) aanleren om ‘s nachts droog te worden. Het zendertje maak je vast aan het broekje van je kind.
Maak het zendertje los voor reining van het broekje in de wasmachine!
De ontvanger maakt een geluid van zodra de eerste druppels in het broekje komen. Je kind dient op de ontvanger te tikken en leert zo op tijd wakker worden om verder te plassen op het toilet.
Zindelijkheidstraining 's nachts
Elk kind verdient het om elke ochtend in een droog bedje wakker te worden. Het verhelpen van bedplassen en incontinentie zal de levenskwaliteit van het kind verbeteren. Op grond van een jarenlange ervaring bouwt Charco permanent verder aan een gamma producten, toestellen en behandelingstechnieken voor de aanpak van bedplassen.
Méér dan 20.000 patiënten werden reeds op een vakkundige en doeltreffende manier geholpen in hun zoektocht naar een juiste therapie voor bed- en broekplassen. 15 % van de kinderen is op 5 jaar niet droog ‘s nachts. Vanaf die leeftijd wordt er in naleving van medische instructies gestart met een zo kindvriendelijk mogelijke niet-medicamenteuze behandeling en wordt de stap naar het droog-zijn gezet.
De plaswekker voor de nacht heeft op dat gebied zeker bewezen efficiënt te zijn: tot 80% van de kinderen scoort door middel van een goede en gestructureerde plaswekkertraining.
Lees meerWat is bedplassen?
‘Bedplassen’, in de medisch wereld gekend als ‘enuresis nocturna’ wordt omschreven als volledige blaaslediging tijdens de nacht (onbewust en ongewild plassen tijdens de slaap) bij kinderen ouder dan 5 jaar. Een kind zal in principe vanzelf ’s nachts droog worden zodra het ook overdag reeds een aantal maanden droog is. Tot de leeftijd van 7 jaar is bedplassen niet ongewoon, het therapeutisch droogtrainen van een kind mag volgens de gangbare consensus starten vanaf ongeveer 6 jaar.
In de praktijk spreekt men van ‘enuresis nocturna’ zodra een kind van 5 jaar gedurende de laatste 3 maanden minsten tweemaal per nacht in bed heeft geplast of zodra een kind van 7 jaar of ouder ten minste eenmaal per maand in bed plast. Indien er geen andere aandoeningen of symptomen zijn (lage urineweg symptomen of blaasdysfuncties), dan spreekt men over monosymptomatische enuresis. Kinderen met deze vorm van bedplassen hebben enkel plasklachten tijdens de nacht.
Regelmatig gaat bedplassen gepaard met bijkomende symptomen, in dat geval spreekt men van niet-monosymptomatische enuresis. Kinderen met deze vorm van bedplassen hebben meestal ook overdag last van urinaire klachten. Frequent voorkomende symptomen zijn:
- Abnormale plasfrequentie (bvb. vele kleine plasjes)
- Broekplassen overdag
- Urgentie
- Uitstelgedrag
- Een zwakke urinestraal
- Onderbroken plas
- Een gevoel van onvolledige blaaslediging
- Nadruppelen
- Pijn bij het plassen
Men maakt verder een onderscheid tussen 2 vormen van ‘enuresis nocturna’:
1. Primaire enuresis nocturna
Het kind is er nog nooit in geslaagd minimaal 6 maanden droog te zijn
2. Secundaire enuresis nocturna
Het kind is voorheen reeds voor een periode van minstens 6 maanden droog geweest en plast opnieuw in bed. Aan de oorzaak hiervan liggen vaak stress, angst of droevigheid.
Ervaring leert dat jaarlijks gemiddeld 2% van de bedplassers spontaan droog wordt. Bij kinderen met een meer ernstige vorm van enuresis is die kans heel wat kleiner. Bij oudere kinderen met enuresis is de kans op een meer ernstige vorm een stuk hoger en is er ook veel vaker sprake van een niet-monosymptomatische enuresis met bijhorende symptomen overdag.
Het valt ook op dat er een verschil is volgens geslacht: jongens hebben tot twee keer meer last van bedplassen dan meisjes, terwijl bij deze laatste dan weer heel wat vaker dagsymptomen voorkomen. Ten slotte is er ook een erfelijke factor: indien één van de ouders last had van bedplassen is er gemiddeld 1 kans op 2 dat ook het kind hier last van heeft, hadden beide ouders er last van, dan stijgt die kans naar 3 op 4.
2. Wat zijn de meest courante oorzaken van bedplassen?
Het is vaak moeilijk te bepalen wat bedplassen precies veroorzaakt, maar verschillende factoren kunnen hierin een rol spelen. Van de kinderen die last hebben van bedplassen kent de grootste groep een volkomen normale ontwikkeling, maar is er toch een stoornis bij het vullen van de blaas, bij het legen van de blaas, of een combinatie van beide. Frequent voorkomende oorzaken zijn:
A. Problemen die hun oorsprong vinden bij het vullen van de blaas:
1. Blaascapaciteit
De ontwikkeling van de blaas verloopt niet bij alle kinderen even snel. Het zou dus kunnen dat de blaas van uw kind wat te klein is in functie van de leeftijd. In dat geval is de blaas niet sterk genoeg om de urine vast te houden, waardoor deze als het ware gaat ‘overlopen’
2. Overactieve Blaas
Wanneer de blaasspier reeds bij het vullen van de blaas samentrekt, leidt dit tot een verhoogde aandrang, frequent plassen en soms urineverlies
B. Problemen die hun oorsprong vinden bij het legen van de blaas:
1. Verstoring van de hormonen
Iedere mens maakt gedurende de nacht een hormoon aan, het “anti-diuretisch” hormoon: dit zorgt ervoor dat de productie van urine vermindert. Wanneer dit hormoon onvoldoende wordt aangemaakt, maakt men teveel urine aan met meer nachtelijk plassen tot gevolg
2. Disfunctioneel plassen
Vooral wanneer een kind zich onvoldoende ontspant tijdens het plassen, is er sprake van een onderbroken plas.
3. Onderactieve blaas
Extreem uitstelgedrag (vaak bij meisjes) leidt tot een bijzonder lage plasfrequentie, waardoor er een ‘onderactieve blaas’ wordt ontwikkeld. Dit leidt ertoe dat een kind moet ‘persen’ en dat het vaak niet leegplast. Dit geeft ook vaak aanleiding tot urineweginfecties.
Aanpak bedplassen ’s nachts: DIAGNOSE?
Voor een goede behandeling van het bedplassen is het uitermate belangrijk dat de diagnose juist wordt gesteld. Indien uw kind regelmatig in bed plast, is het altijd een goed idee eerst uw huisarts te raadplegen. Deze kan op basis van een eenvoudig onderzoek alvast bepaalde lichamelijke aandoeningen uitsluiten en advies geven omtrent een plan van aanpak.
Is er sprake van een monosymptomatische enuresis (uw kind heeft enkel last van bedplassen en vertoont geen afwijkende symptomen overdag)? Dan zal een goede plaswekkertraining vaak volstaan, op voorwaarde dat dit op de juiste wijze wordt toegepast.
Bij niet-monosymptomatische enuresis daarentegen zal men op basis van de eerder vernoemde symptomen de meeste geschikte therapie gaan voorstellen. Sommige kinderen zullen moeten worden doorverwezen naar een gespecialiseerd centrum omdat er bij hen belangrijke onderliggende factoren aanwezig kunnen zijn.
Om een goed beeld te krijgen van het bedplassen van uw kind is het nuttig u volgende vragen te stellen, deze informatie zal ook goed van pas komen indien u in een volgende fase te rade zou gaan bij een arts:
1) Leeftijd van het kind:
Als uw kind nog geen vijf jaar is, hoeft het bedplassen niet noodzakelijk een probleem te zijn, vanaf zeven jaar is het wellicht niet raadzaam te veronderstellen dat het wel vanzelf zal overgaan en kunt u beter professioneel advies inwinnen.
2) Patroon bedplassen:
Probeer het bedplassen in kaart te brengen:
- Was het kind voorheen minimaal 6 maanden droog (= secundaire enuresis)? Dan is de kans op een onderliggende oorzaak reëel en consulteert u best een arts.
- Hoeveel nachten per week gebeurt het? Indien het elke nacht voorkomt, is de kans dat het spontaan stopt een stuk kleiner dan wanneer het maar af en toe gebeurt.
- Hoeveel keer per nacht gebeurt het? Meerdere malen bedplassen zou bvb. een aanwijzing kunnen zijn voor een overactieve blaas (OAB).
- Op welke uren van de nacht gebeurt het? Men maakt meer urine aan bij het begin van de nacht.
- Tracht de hoeveelheden urine te meten welke uw kind ’s nachts plast (bvb via het ’s ochtends wegen van de pamper)? Een grote hoeveelheid plas kan erop wijzen dat uw kind onvoldoende antidiuretisch hormoon aanmaakt, kleine hoeveelheden kunnen wijzen op een overactieve blaas.
3) Dagelijkse drinkgewoontes:
- Op welke momenten van de dag drinkt uw kind? Het is aangeraden om een kind op regelmatige basis te laten drinken. Leg geen beperking op voor het slapengaan.
- Hoeveel drinkt uw kind en hoe regelmatig?
- Wat drinkt het: vooral naar de avond toe zijn frisdranken met veel suiker en melkproducten eerder af te raden, deze stimuleren de productie van urine (net als bepaalde soorten voeding of intensief sporten!)
4) Dagelijkse plasgewoontes:
- Vertoont uw kind ‘uitstelgedrag’?
- Vermijdt het eventueel de toiletten op school (om hygiënische redenen)?
- Moet uw kind vaak heel ‘dringend’ plassen?
- Is uw kind droog overdag?
Al deze zaken kunnen een indicatie vormen op een onderliggende oorzaak.
Aanpak bedplassen ’s nachts: DE JUISTE BEHANDELING?
a) Algemene richtlijnen
Bijna 1 bedplasser op 6 wordt spontaan droog. Met volgende eenvoudige initiatieven kan je een positieve bijdrage leveren om dit proces te bevorderen:
- Leg uit dat bedplassen een vaak voorkomend fenomeen is waarvoor geen enkel kind zich hoeft te schamen en waaraan niemand ‘schuld’ heeft. Door er op een begripvolle en meelevende wijze mee om te gaan zal je het zelfvertrouwen van je kind vergroten.
- Informeer je kind over hoe de blaas werkt. Je kan hiervoor gebruik maken van het Charco ‘Spookboekje’, waarin op een heel kindvriendelijke wijze en aan de hand van leuke tekeningen de werking wordt uitgelegd. Een goed begrip leidt tot een groter zelfvertrouwen, wat op zijn beurt leidt tot meer therapietrouw en dus een beter resultaat.
- Neem enkele voorzorgen:
- Laat je kind plassen kort voor het slapengaan
- Laat het op geregelde tijdstippen drinken overdag (overweeg een ‘plashorloge’!)
- Laat het op geregelde tijdstippen plassen overdag - Leer het kind een ‘ontspannen’ houding aannemen tijdens het plassen
- Zorg dat het de tijd neemt om te plassen
- Leer het om zich niet op te houden
- Vermijd ‘s avonds melkproducten en frisdranken
b) De plaswekker
Het gebruik van een plaswekker vormt één van de meest efficiënte methodes voor de niet-medicamenteuze behandeling van bedplassen type 4 (mono-symptomatische enuresis), dit wil zeggen kinderen die 1 x per nacht bedplassen en dit na middernacht. Het slagingspercentage bij deze groep kinderen draait om en bij de 85%. Ook bij de types 1 tot 3 kan een plaswekker nuttig zijn, mits dit deel uitmaakt van een aangepaste en begeleide therapie. De wekker werkt volgens een heel eenvoudig principe, maar opgelet: veel hangt af van hoe je dit toepast, een foutief gebruik van de plaswekker is een traumatische ervaring voor een kind!
Hoe werkt een plaswekker?
Het systeem bestaat uit 3 delen:
- De wekker
- Het sensorbroekje
- De zender
Praktisch bekeken is het gebruik van de plaswekker heel eenvoudig.
De wekker wordt geplaatst op enige afstand van het kind z’n bedje. In plaats van een pamper draagt het kind het sensorbroekje. De zender wordt hierop vastgeklikt.
Bij de minste druppel urine stuurt de zender een signaal naar de wekker en gaat deze hard loeien.
Het kind staat op, drukt de wekker af, gaat naar het toilet en gaat vervolgens met een vers broekje opnieuw slapen.
LET OP: de plaswekker is slechts het ‘hulpmiddel’ bij het zindelijk maken van uw kind. Het uiteindelijk succes van deze behandeling zal in grote mate afhangen van de manier waarop de wekker wordt ingezet: een juiste opstart, een goede therapietrouw, voldoende motivatie bij ouders en kind en een goede opvolging / begeleiding zullen uiteindelijk het verschil maken tussen een eventueel geslaagde poging of een doordachte training met hoog slagingspercentage. Het gebruik van de plaswekker vraagt van zowel de ouders als het kind behoorlijk wat tijd, toewijding en opoffering. De eerste weken zijn steeds de zwaarste, naarmate de behandeling aanslaat en het aantal droge nachten toeneemt, zal ook de druk afnemen, tot het kind na enige tijd volledig zonder kan.
Voor wie is de plaswekker de geschikte behandeling?
Voor kinderen met een ‘monosymptomatische enuresis’ (overdag droog, geen andere indicaties) is de plaswekker meestal een zeer efficiënte behandeling. Afhankelijk van het aantal natte nachten per week, de gemeten blaascapaciteit en de gemeten nachtelijke urineproductie, kan een verschillende aanpak raadzaam zijn.
Voor kinderen met een niet-monosymptomatische enuresis’ (ook last van broekplassen overdag of aanwezigheid van andere urinaire klachten) dient de opstart van een plaswekker steeds te gebeuren in overleg met de arts. Deze laatste zal eerst de blaasproblemen aanpakken en pas daarna het bedplassen. Soms wordt eerst een ander type behandeling voorgesteld (bvb. TENS-behandeling in geval een te kleine blaascapaciteit) of wordt een combinatie met medicatie voorgesteld.
Ook bij adolescenten en volwassenen kan de plaswekker een efficiënte behandeling vormen. Vaak hebben zij in het verleden geen of beperkte actie ondernomen tegen het bedplassen. Bij deze groep bedplassers is het belangrijk de voorgeschiedenis te kennen en eventuele onderzoeken te herhalen. Voor het overige gelden dezelfde principes, weliswaar is bij deze groep meestal een meer intensieve training vereist.
Plaswekker versus medicatie?
Een plaswekker is gebaseerd op ‘cognitieve conditionering’: dit wil zeggen dat aan het kind “blaascontrole” wordt aangeleerd. Het is niet de bedoeling een kind te leren ‘wakker worden’ om te plassen, maar wel om het te leren doorslapen! In het normale droogwordingsproces wordt een kind continent zonder opstaan en slaapt het de hele nacht door. Eenmaal het 3 maanden elke nacht droog is, zal het die ene nacht dat het teveel urine maakt, vanzelf wel opstaan!
De belangrijkste voordelen van deze behandeling zijn:
- Er zijn geen bijwerkingen
- Het is een vrij goedkope behandeling
- Er is algemeen gemeten een hoge positieve respons
- Er is meestal resultaat binnen de 6 tot 8 weken
- Er is heel weinig terugval
De belangrijkste nadelen zijn:
- Dit kan vrij belastend zijn, zowel voor het kind als voor de ouders
- Niet voor iedereen geschikt, zeker bij aanwezigheid van broekplassen overdag
- Vraagt een goede therapietrouw
Medicatie kan in bepaalde gevallen een goed hulpmiddel zijn en soms noodzakelijk, bvb. wanneer een kind ’s nachts te weinig antidiuretisch hormoon aanmaakt. Voordelen van medicatie zijn ondermeer:
- Snelle werking
- Doeltreffend, diverse types medicaties in functie van diverse stoornissen
Als belangrijkste nadelen gelden:
- Kostprijs: het gebruik van medicatie kan duur uitvallen
- Bijwerkingen: sommige vormen van medicatie hebben ingrijpende neveneffecten
- Grote kans op herval bij stopzetten medicatie, vaak geen ‘genezend’ effect
SAMENGEVAT:
Broekplassen en bedplassen vormen een sociaal onaangenaam, maar meestal niet onoverkoombaar probleem. Een goede behandeling start meestal met een goede diagnose. Als ouder kan je om te beginnen zelf al heel wat maatregelen nemen. De normale volgorde is: eerst zindelijkheidstraining overdag, daarna volgen de droge nachten. Afhankelijk van de aanwezige symptomen bestaan er handige hulpmiddelen en behandelingen:
- Een plashorloge kan het kind helpen een gezond ritme van drinken en plassen aan te leren
- Een dagwekker alarmeert het kind bij urineverlies
- Een TENS-behandeling kan helpen bij bepaalde blaasstoornissen, zoals de overactieve blaas
- Een nachtwekker is heel efficiënt tegen bedplassen
Ongeacht de methode of het hulpmiddel, een positieve benadering is essentieel!
Zindelijkheid peuters
1. Hoe verloopt het zindelijk worden van een baby of peuter??
Geen enkel kind wordt zindelijk geboren. Tot de leeftijd van zowat 12 maanden zal uw kind bij een volle blaas ongecontroleerd of reflexmatig plassen. Welke voorwaarden moeten worden vervuld om zindelijk te worden?
- Het kind moet ‘blaascontrole’ verwerven, dit proces neemt spontaan aanvang vanaf het tweede levensjaar. Om zindelijk te worden is het noodzakelijk dat de blaas en de blaascontrole voldoende uitgerijpt zijn. Vanaf de leeftijd van 4 jaar zijn bij een kind met normale ontwikkeling de voorwaarden voor zindelijkheid aanwezig.
- Het kind wordt zich ‘bewust’ van de vulling van de blaas en de nood tot plassen. Dit is een natuurlijk proces dat zich ontwikkelt tijdens de groei van het kind.
- Ook de aanpak van de ouders speelt een rol: het moment waarop men de kinderen leert om alleen naar het toilet te gaan, het stilletjes aan vervangen van pampers door ondergoed (waardoor het kind leert hoe het aanvoelt wanneer het in de broek plast), de wijze waarop de ouder omgaat met de problematiek (het geven van positieve feedback), kleine verschillen in aanpak die een groot effect kunnen hebben.
Op welke leeftijd men effectief zindelijk wordt, verschilt sterk tussen kinderen onderling. Ongeveer 85% van de kinderen wordt spontaan zindelijk ’s nachts tussen de leeftijd van 18 maanden en vijf jaar. Bij zowat 15% van de kinderen gaat dit proces gepaard met vertraging of stoornissen. Diverse factoren spelen daarbij een rol: dit kan gaan van externe gebeurtenissen die stress veroorzaken (school, echtscheiding, …) tot interne factoren zoals een infectie of obstipatie. Er is ook een verschil volgens geslacht: bij meisjes verloopt het vaak wat vlotter dan bij jongens. Het is immers zo dat meisjes sowieso nood hebben aan een toilet om te plassen (daar waar jongens al snel eens ‘wild’ plassen in de natuur), en hier dus eerder bewust aandacht zullen aan besteden.
In tegenstelling tot vroeger is het in onze moderne wereld niet meer sociaal en psychologisch aanvaardbaar om op de leeftijd van 5 jaar nog niet zindelijk te zijn. Kinderen ervaren het als een vorm van falen: ze proberen het vaak te verbergen en voelen zich geremd in hun sociale activiteiten. Ouders van hun kant ervaren het als een gebrek in de opvoeding en lopen vaak met schuldgevoelens. Ook maatschappelijk wordt verwacht dat een kind vanaf 2,5 jaar droog ‘moet’ zijn omdat het naar school moet gaan (vaak is opvang na die leeftijd moeilijk te vinden of te duur). Kinderen worden dan drooggetraind nog voor ze daar soms rijp voor zijn. Een resterend licht urineverlies beschouwt men als aanvaardbaar (wegens niet hinderlijk), maar wordt op latere leeftijd als erg hinderlijk ervaren (bvb tijdens de turnles of omwille van de bijhorende geurhinder).
2. Zes tips voor de zindelijkheidstraining van een peuter
Als ouder kan je een kind ‘trainen’ in het zindelijk worden. Dit kan in principe van zodra het kind er zich ‘bewust’ van is. Zindelijkheidstraining vereist dat het kind hieraan meewerkt. Zolang het dus de leeftijd van bewustwording niet heeft bereikt, heeft de training weinig zin. Een goed inzicht en correcte begeleiding zijn essentieel. Een verkeerde training kan leiden tot een verstoord plaspatroon en blaasfunctiestoornissen. De chronologie in het zindelijk worden bij een kind is als volgt:
- Controle over de stoelgang ‘s nachts
- Daarna volgt controle over de stoelgang overdag
- Eenmaal droog overdag begint de controle over de urine overdag
- Ten slotte verwerft men controle over de urine ‘s nachts
Een zindelijkheidstraining is geen exacte wetenschap. Het is een samenspel waarbij de ouder het kind moet ‘aanvoelen’ en ‘bijsturen’. Een aantal tips gelden wel voor iedereen en kunnen hun nut bewijzen:
1. Zorg voor de aangepaste omstandigheden:
- Begin in een vertrouwde omgeving
- Maak gebruik van een eenvoudig potje. Bedoeling is dat het kind comfortabel zit en op goede hoogte: als het potje te laag is, kan het niet leegplassen en kunnen urineweginfecties ontstaan
- Stap je over naar het grote toilet, overweeg dan een voetbankje of kinderbril
- Zorg voor losse kledij die het kind makkelijk kan aan- en uitdoen
2. Zorg voor de juiste zithouding:
- Zowel jongens als meisjes leren best de ‘hurk-zit houding, met de beentjes wat open en de voeten steunend op de grond of op een voetbankje. Beide elementen zijn noodzakelijk omdat dit het best de bekkenspieren ontspant!
- Laat het kind mooi rechtop zitten en achteraan op het toilet
- Zorg voor een ‘ontspannen’ houding van het kind
3. Neem de tijd:
- Neem zelf voldoende de tijd voor een zindelijkheidstraining, je kan dit niet ‘programmeren’ tijdens uw 14 dagen vakantie …
- Laat je kind voldoende de tijd nemen: het kind mag niet leren ‘persen’, het moet op een ontspannen wijze leren plassen
4. Beloon je kind:
- Maak er een positief verhaal van: bestraf geen ‘ongelukjes’
- Bij correct handelen beloon je het kind: dit kan via eenvoudig handgeklap en bravo of met een klein geschenkje zoals een sticker. Laat het echter geen wedstrijd om cadeautjes worden, het is niet de bedoeling nog extra stress te creëren!
5. Hygiëne:
- Zorg dat je kind de billetjes correct afkuist, van voor naar achter
- Vermijd irriterende en geparfumeerde zepen
- Vermijd geparfumeerd toiletpapier en vochtige doekjes (zorgen vaak voor irritatie)
6. Algemene tips:
- Laat je kind overdag voldoende en regelmatig drinken!
- Zet het enkel op het potje wanneer het een volle blaas heeft, anders leer je het ‘persen’
- Vermijd suikerrijke frisdranken. Let ’s avonds op met melkproducten, zoute of gesuikerde voeding, deze verhogen de urineproductie en dus de kans op bedplassen
- Laat de luier weg als het kind de helft van de controles droog is
- Opgelet met ‘droogtrainluiers’: kinderen krijgen een vals gevoel van droog zijn, waardoor ze zich gaan ophouden
- Start niet te vroeg met droogtraining en start bij voorkeur niet met droogtraining ’s nachts als het kind overdag nog niet volledig droog is
- Zet je kind niet te vroeg op het groot toilet, maar stimuleer zo lang mogelijk het potje aangepast aan de grootte van je kind
- Nooit een kind verbieden om te drinken na 16-18u omdat het niet droog wordt!
Je kan zorgen voor de ideale omstandigheden maar hou er rekening mee: uiteindelijk is het jouw kind dat beslist wanneer het zindelijk wordt! Laat het kind in jou z’n felste supporter herkennen, steun en bevestig elk succes, groot en klein, en wees geduldig. Uiteindelijk komen jullie er samen wel uit! ?
3. Wat is een normaal plas- en drinkpatroon?
Veel kinderen drinken overdag veel te weinig. Een kind zou bijvoorbeeld om 8u, 10u, 12u, 14u, 16u en bij het avondeten minstens een vol glas water moeten drinken (hou als minimum norm aan 3x per dag tijdens de maaltijd en 3x per dag tussendoor). Slechts 1 op 3 glazen mag een melkproduct bevatten en je vermijdt best koffie, cola en thee omdat deze de blaas zenuwachtiger maken. Stimuleer je kind om tijdens elke speeltijd te gaan plassen (maak desnoods gebruik van een ‘plashorloge’!).
4. Waarom wordt mijn kind niet droog?
Wanneer uw kind geen of onvoldoende blaascontrole verwerft, spreekt men over ‘ongecontroleerd urineverlies’, in de medische wereld gekend als ‘enuresis’. Men maakt daarbij een onderscheid tussen enerzijds ‘broekplassen’ of ‘enuresis diurna’, indien het kind één of meerdere malen overdag nog een natte broek heeft, en anderzijds ‘bedplassen’ of ‘enuresis nocturna’ indien het tijdens de slaap in bed plast.
Er kunnen meerdere – vaak complexe – oorzaken zijn waarom een kind niet zindelijk wordt. In hoofdzaak onderscheidt men 4 types:
- Stoornissen in het dag / nachtritme van de urineproductie
Een groep kinderen blijft ’s nachts meer urine produceren dan in een normale blaas kan, waardoor deze wel moet overlopen. Dit heet ‘polyurie’ en komt minder frequent voor (zowat 10% van de bedplassers valt binnen deze categorie). Je kan dit vergelijken met het gieten van een fles water in een glas: dit zal overlopen en dit telkens opnieuw.
2. Stoornissen in de blaas
Dit kan gaan om een stoornis in de vorm van de blaas, in de werking van de blaas, tijdens het vullen of legen van de blaas, of een stoornis ter hoogte van de sluitspier en/of blaasspier
3. Psychologische oorzaken
Diverse omstandigheden kunnen in uitzonderlijke omstandigheden leiden tot het niet zindelijk worden: dit kan gaan van stress door familiale problemen tot karakterstoornissen of gedragsproblemen. Men spreekt in dit geval van een ‘psychogene blaas’. Dit komt vrij zelden voor (bij zowat 1 tot 2% van de bedplassers).
4. Stoornis in het cognitief leerproces
Dit zijn de kinderen ouder dan 5 jaar waar geen stoornis of psychologische reden wordt vastgesteld. Mogelijk is er een vertraging in de rijping of is het leerproces verstoord en zijn ze nu voorbij de normale leeftijd om spontaan droog te worden. Deze kinderen zijn overdag zindelijk en alleen ’s nachts nog nat. Deze vorm van bedplassen wordt algemeen omschreven als ‘mono-symptomatische enuresis nocturna’. Dit is meteen ook de grootste groep bedplassers, een plaswekker is hier meestal de ideale oplossing.
Deze 4 types worden omschreven als de ‘primaire’ oorzaken voor broekplassen en bedplassen. Binnen de hele problematiek spelen bepaalde ‘secundaire’ factoren een rol. Denk hierbij aan een verstoord drink- en plasritme, ophoudgedrag, ontkenning van het probleem, erfelijke factoren, enz.
5. Wanneer kan je best een arts consulteren?
Je kind is niet droog overdag? Het is niet ongewoon dat een kind op de leeftijd van 4 jaar nog niet droog is, anderzijds ‘kan’ een kind droog overdag worden vanaf de leeftijd van ongeveer 3 jaar. Je kind is niet droog ’s nachts? Het is niet ongewoon dat een kind op de leeftijd van 7 jaar nog niet droog is, anderzijds ‘kan’ een kind droog worden ’s nachts vanaf de leeftijd van 5 jaar. Je kind heeft problemen met de stoelgang? Raadpleeg een arts als je kind nog niet continent is op de leeftijd van 3 jaar, als het last heeft van constipatie of zeer harde stoelgang, en bij overloopdiarree, regelmatig vuile streepjes in het broekje.
-
Stel een vraag
Bedwater alarm - urifoon charco
-
Productinformatie
Plaswekkertraining op korte termijn.
Huurwekker op uitleenbasis zonder broekjes (broekjes afzonderlijk te bestellen via rubriek accessoires).
Broekjes voor jongens en meisjes worden afzonderlijk aangekocht en blijven eigendom van de klant, diverse maten beschikbaar.
Met een draadloos urinealarm kan je iets oudere kinderen (vanaf vijf/zes jaar) aanleren om ‘s nachts droog te worden. Het zendertje maak je vast aan het broekje van je kind.
Maak het zendertje los voor reining van het broekje in de wasmachine!
De ontvanger maakt een geluid van zodra de eerste druppels in het broekje komen. Je kind dient op de ontvanger te tikken en leert zo op tijd wakker worden om verder te plassen op het toilet.
Zindelijkheidstraining 's nachts
Elk kind verdient het om elke ochtend in een droog bedje wakker te worden. Het verhelpen van bedplassen en incontinentie zal de levenskwaliteit van het kind verbeteren. Op grond van een jarenlange ervaring bouwt Charco permanent verder aan een gamma producten, toestellen en behandelingstechnieken voor de aanpak van bedplassen.
Méér dan 20.000 patiënten werden reeds op een vakkundige en doeltreffende manier geholpen in hun zoektocht naar een juiste therapie voor bed- en broekplassen. 15 % van de kinderen is op 5 jaar niet droog ‘s nachts. Vanaf die leeftijd wordt er in naleving van medische instructies gestart met een zo kindvriendelijk mogelijke niet-medicamenteuze behandeling en wordt de stap naar het droog-zijn gezet.
De plaswekker voor de nacht heeft op dat gebied zeker bewezen efficiënt te zijn: tot 80% van de kinderen scoort door middel van een goede en gestructureerde plaswekkertraining.
Lees meer - Stel een vraag